Wat zijn stevioglycosiden?
Sinds enkele jaren vindt men in supermarkten levensmiddelen die met Stevia gezoet zijn. Deze producten bevatten een natuurlijke zoetstof, de toevoeging stevioglycosiden, die uit de bladeren van de Stevia-plant worden gewonnen.
Stevioglycosiden zijn de zoetsmakende bestanddelen die van nature in de bladeren van de Stevia-plant voorkomen. In de Stevia-bladeren zitten veel verschillende stevioglycosiden. Elke stevioglycoside heeft een eigen zoetkracht en een uniek smaakprofiel.
De pure Stevia-extracten kunnen één of meerdere verschillende stevioglycosiden bevatten en zijn tot 400 keer zoeter dan suiker.
Wat is Stevia? Wat zijn stevioglycosiden? Oorsprong: de zoetstof uit het honingkruid
De wilde Stevia rebaudiana-plant uit Zuid-Amerika kent een lange traditie onder de inheemse volkeren van Zuid-Amerika. Door de bevolking van Paraguay en Brazilië wordt de plant ook honingkruid of zoetblad genoemd. De gedroogde bladeren van de Stevia-plant zijn 30 tot 45 keer zoeter dan suiker en worden daar al lange tijd gebruikt om Maté, thee, gerechten en dranken te bereiden.
Uit de bladeren van de plant worden de stevioglycosiden geëxtraheerd. Deze zijn tot 400 keer zoeter dan suiker, en bovendien calorievrij en tandvriendelijk.
De in Europa gebruikte en toegelaten stevioglycosiden worden vaak Stevia genoemd, wat strikt genomen niet hetzelfde is.
Stevioglycosiden zijn vanwege hun calorievrije karakter bijzonder populair om mee te zoeten. Hoewel er veel calorievrije zoetstoffen zijn, die meestal kunstmatig worden geproduceerd, heeft Stevia het voordeel dat het uit een plant wordt gewonnen.
Het verschil tussen Stevia (Stevioglycosiden) en kunstmatige zoetstoffen
In de afgelopen decennia is het gebruik van caloriearme en calorievrije zoetstoffen sterk toegenomen. Echter, de meeste van deze zoetstoffen zijn niet gemaakt van natuurlijke ingrediënten, maar worden kunstmatig en synthetisch geproduceerd.
Hoe worden stevioglycosiden uit de stevia-plant gewonnen?
In tegenstelling tot kunstmatige zoetstoffen zoals aspartaam, acesulfaam, maltodextrine, sacharine, cyclamaat, sorbitol of sucralose worden stevioglycosiden gewonnen uit de stevia-plant. Tegenwoordig worden stevia-planten niet alleen in Zuid-Amerika en Azië geteeld, maar ook in Europa en andere klimaatzones.
De zoetste componenten van de bladeren worden verkregen door het volgende extractieproces: Eerst worden de bladeren gedroogd en fijngemalen, waarna de extractie met water plaatsvindt. Tijdens de vloeibare fase wordt het plantmateriaal gescheiden en gefilterd. Vervolgens wordt het extract gereinigd, hetzij met alcohol dat is goedgekeurd voor voedselverwerking, hetzij met water. De laatste stap is het drogen om de natuurlijke suikervervanger uit de stevia-plant te verkrijgen. Door de extractie en reiniging krijgen de stevioglycosiden een suikerachtigere smaak. Onbehandelde stevia-extracten bevatten andere plantenbestanddelen die minder zoet smaken. Om te voldoen aan de veiligheidsnormen voor voedingsmiddelen en dranken, is reiniging noodzakelijk. Het resultaat is een puur stevia-extract (stevioglycosiden) dat minstens 95% stevioglycosiden moet bevatten om als voedselkwaliteit commercieel verkocht te mogen worden. Het wordt vaak aangeduid als stevia, stevioglycosiden, stevia-bladextract, stevia-extract of puur stevia.
Toezichthoudende instanties zoals de FAO/WHO Joint Expert Committee on Food Additives (JECFA), de Codex Alimentarius (Codex) en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) hebben alleen hoogzuivere stevia-extracten goedgekeurd voor gebruik in dranken en voedingsmiddelen.
Stevia als zoetstof zit wereldwijd in duizenden dranken en voedingsmiddelen. Het wordt gebruikt voor caloriearm zoeten in gebak, yoghurt, muesli, zuivelproducten, thee, frisdranken, sappen, saladedressing, chocolade, sauzen, snoepgoed, water en als tafelzoetstof.
De goedkeuring van steviolglycosiden in de EU
Nadat de veiligheid van stevia-extracten door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) was beoordeeld, werden steviolglycosiden in 2011 in de EU als zoetstof (E960) goedgekeurd. In de VS zijn stevia-zoetstoffen al sinds 2008 goedgekeurd.
De EFSA heeft de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI-waarde) voor steviolglycosiden in levensmiddelen vastgesteld op vier milligram per kilogram lichaamsgewicht, uitgedrukt als steviol-equivalenten. De ADI-waarde beschrijft de hoeveelheid van een stof die een mens gedurende zijn hele leven dagelijks kan consumeren zonder gezondheidsrisico's te verwachten.
In de ingrediëntenlijst moeten steviolglycosiden worden aangeduid als "zoetstof E960" of "zoetstof steviolglycosiden". Aangezien steviolglycosiden niet in de EU-verordening voor biologische productie zijn opgenomen, mogen ze niet in biologische levensmiddelen worden gebruikt.