De goedkeuring van stevia
De goedkeuring van stevia als zoetstof
De officiële goedkeuring van stevia in Europa, en daarmee ook in Duitsland, werd in december 2011 verleend door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).
Voor deze goedkeuring werd stevia gebruikt als badadditief of in cosmetica. Als voedingsmiddel mochten stevia-zoetstoffen destijds niet worden verkocht.
De publieke belangstelling voor de gezondheidsbevorderende zoetkracht van Stevia rebaudiana groeide gestaag en de goedkeuring is grotendeels te danken aan de inspanningen van Prof. Dr. Jan Geuns van de Universiteit Leuven in België.
Stevia is sinds 2011 goedgekeurd in de EU en in Duitsland.
In Duitsland hebben de landbouwfaculteiten van de universiteiten van Bonn en Hohenheim zich sinds het midden van de jaren 1980 intensief beziggehouden met de teelt, het onderzoek, de productie en de verwerking van stevia. Hier werden ook de eerste veldproeven uitgevoerd met verschillende soorten stevia-planten.
De goedkeuring van stevia-extract – Steviolglycosiden in de EU
Na bijna 25 jaar werd uiteindelijk ook in de EU en daarmee in Duitsland de goedkeuring verleend.
Volgens de "Novel Food-verordening" mogen nieuwe voedingsmiddelen en voedseladditieven in de EU alleen op de markt worden gebracht als hun veiligheid is aangetoond.
De beoordelaars van de EFSA onderzochten alle beschikbare gegevens en keurden uiteindelijk de EU-vergunningsaanvragen van de EUSTAS (European Stevia Association) en twee bedrijven voor stevia of steviolglycosiden goed.
Maximale dagelijkse inname (ADI-waarde)
Voor steviolglycosiden is een ADI-waarde (Acceptable Daily Intake) van ongeveer 0-4 mg steviol-equivalenten per kilogram lichaamsgewicht vastgesteld.
Bij de omzetting van deze waarde naar steviolglycosiden resulteert dit, afhankelijk van de samenstelling, in een hoeveelheid van ongeveer 12 mg per kilogram lichaamsgewicht.
Gezondheidsveiligheid van steviolglycosiden
Omdat zoetstoffen in de voedingsmiddelenwet als voedseladditieven worden geclassificeerd, moeten ze een grondige keuring ondergaan om hun gezondheidsveiligheid te waarborgen.
Bij deze keuringen maakt het niet uit of de zoetstof van natuurlijke oorsprong of kunstmatig geproduceerd is. Een voedseladditief wordt alleen toegelaten als het een duidelijk voordeel voor de consument heeft.
Dit is een succes voor alle gezondheidsbewuste consumenten in Duitsland en Europa.
Om steviolglycosiden wereldwijd als gemeenschappelijke producten in te zetten en te vermarkten, hebben grote bedrijven zoals Coca-Cola en Cargill zich in de afgelopen jaren steeds vaker samengevoegd.
Deze twee bedrijven hebben nieuwe studies gepubliceerd over de gezondheidsveiligheid van steviolglycosiden, zoals al lang geëist werd door het Wetenschappelijk Voedingsmiddelencomité van de EU-Commissie.
Het definitieve rapport van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit hierover werd op 14 april 2010 gepresenteerd.
In dit rapport werd de gezondheidsveiligheid bevestigd tot een maximale dagelijkse dosis van 0-4 mg steviolglycosiden per kilogram lichaamsgewicht.
De wereldwijde verspreiding en goedkeuring van stevia
In Japan wordt stevia al sinds de jaren 1960 verbouwd. De gezondheidsbewuste houding van de Japanners leidde ertoe dat Japan, samen met Brazilië, een van de eerste landen was die zich intensief bezighield met het onderzoek en het grootschalig gebruik van steviolglycosiden.
Japanse en Braziliaanse wetenschappers konden in gezamenlijke studies aantonen dat steviolglycosiden niet toxisch zijn. Vandaag de dag is Japan een van de grootste afnemers van het natuurlijke zoetmiddel steviolglycosiden en importeert het voornamelijk uit China, Brazilië, Korea en Taiwan. De Japanse consumenten hebben tegenwoordig een breed scala aan stevia-producten en met stevia gezoete voedingsmiddelen en dranken.
Sinds 2008 mogen in Australië, Nieuw-Zeeland en Zwitserland (via spoedgoedkeuring) stevia-producten op de markt worden gebracht. Daar vindt men kruidentheeën, snoepjes, ijsthee en veel andere met steviolglycosiden gezoete voedingsmiddelen.
In Zuid-Amerika, met name in Argentinië, Brazilië en Paraguay, het thuisland van de Stevia rebaudiana-plant, wordt stevia al sinds het begin van de 20e eeuw verbouwd en gebruikt. De kwestie van stevia-goedkeuring deed zich hier nooit voor. In Azië, met name Zuidoost-Azië, is de situatie vergelijkbaar: stevia is inmiddels een belangrijke exportgrondstof geworden.